Vlaanderen investeert in voorbereiding Einstein Telescoop
De Vlaamse minister van Wetenschapsbeleid Jo Brouns investeert zes miljoen euro om de komst van Einstein Telescope naar de grensregio van België, Nederland en Duitsland voor te bereiden.
Om Vlaamse onderzoekers de gelegenheid te geven om mee te werken aan de komst van de Einstein Telescoop, maakt het Vlaamse FWO (Fonds Wetenschappelijk Onderzoek) zes miljoen euro beschikbaar voor een consortium van zes kennisinstellingen in Vlaanderen (pdf). “Daarmee financieren we een R&D-programma dat toelaat om, in samenwerking met industriële partners, essentiële technologieën te ontwikkelen voor de Einstein Telescoop. De investering laat ook toe om gerichte geologische studies uit te voeren in het zoekgebied”, zegt Hans Plets, coordinator voor Einstein Telescope in Vlaanderen.
De Einstein Telescoop wordt een uniek ondergronds observatorium waar wetenschappers het universum kunnen onderzoeken aan de hand van zwaartekrachtsgolven. De grensregio van België, Nederland en Duitsland (Euregio Maas-Rijn) is in beeld als veelbelovende locatie voor de Einstein Telescoop. Onderzoekers, overheden en bedrijven in de drie landen bereiden momenteel een gezamenlijk bidbook voor om de faciliteit te mogen huisvesten. De keuze voor de locatie valt naar verwachting in 2025.
“Of het nu gaat om uitdagingen in de zorgsector, de klimaatcrisis of de energietransitie, wetenschap en innovatie liggen aan de basis van alle vooruitgang die we hierin maken”, zegt Minister Brouns. FWO investeert daarom in totaal 49 miljoen euro in 14 projecten zodat Vlaamse onderzoekers bij kunnen dragen aan wetenschappelijke topinfrastructuur.
Economische stimulans
De Einstein Telescoop is naast een wetenschappelijke aanwinst ook een stimulans voor de economie in de grensregio, stelt minister Brouns.
Volgens studies naar de verwachte return on investment zal de komst van het observatorium zo’n 500 directe voltijdbanen opleveren, en nog eens 1.150 banen in de vorm van indirecte werkgelegenheid. Dat komt bovenop de versterkende werking van de regionale kenniseconomie, waardoor bedrijven waardevolle kennis opdoen en spin-offs kunnen ontwikkelen.