‘Stap voor stap werken aan duurzaamheid en circulariteit’
In opdracht van het Projectbureau Einstein Telescope EMR onderzoekt een werkgroep vanuit VITO (Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek) en de Universiteit van Antwerpen de kansen op het gebied van duurzaamheid en circulariteit bij de bouw, exploitatie en ontmanteling of herbestemming van de Einstein Telescope. Een paar vragen aan John van Oorschot, aanspreekpunt van de werkgroep en Senior R&D Lifecycle Assessment and Circularity bij VITO.
Wat doen jullie precies?
“Wij onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om een duurzame Einstein Telescope te bouwen, te exploiteren en na een levensduur van 50 jaar opnieuw te herbestemmen. Daarbij wordt maximale aandacht besteed aan de circulariteit van materialen die je gebruikt. Dat is een heel breed speelveld: van materiaalgebruik bij de bouw van tunnels tot hoe je omgaat met water dat wordt gedraineerd.”

Waarom?
“Op de eerste plaats omdat duurzaamheid en circulariteit twee belangrijke thema’s zijn. Maar ook containerbegrippen. We willen laten zien wat dit concreet kan betekenen. Direct voor de totale infrastructuur van de Einstein Telescope zélf, maar zeker ook voor de hele maatschappij. We zetten in op waardebehoud. Dan moet je denken aan nuttig hergebruik van grond, water en energie voor de lokale gemeenschap. Deze bewuste keuze is misschien wel van strategisch belang om de Einstein Telescope straks naar deze Euregio te halen. Als je er zo naar wil kijken, kan deze studie ook trendsettend zijn. Dan is de telescoop een voorbeeld en misschien wel een vliegwiel voor andere grote ontwikkelingen die zich in de toekomst in de streek aandienen.”
Waar moeten we dan concreet aan denken?
“We bekijken wat je slim of slimmer kunt doen dan gebruikelijk is. Er moet straks ongeveer 4 miljoen kuub grond uit de bodem worden gehaald voor de bouw van de tunnels. Kun je die grond misschien gebruiken voor de betonproductie van de telescoop? Of om dijken te verzwaren waar nodig aangezien we, niet alleen in deze Euregio, steeds vaker te maken hebben met overstromingen.”
Dat klinkt interessant. Nog een voorbeeld?
“Er wordt hydrologisch onderzoek uitgevoerd voor de ondergrondse telescoop, onder andere door de universiteit van Luik. De kans is groot dat er straks water weggepompt moet worden. Kunnen we dat water gebruiken? Als drinkwater misschien, waaraan een tekort dreigt. Of voor gebruik in de agrarische wereld? Door zó te denken, werk je niet alleen aan de bouw van een wetenschappelijk instrument dat Einstein Telescope heet, maar kunnen we wellicht ook vraagstukken aanpakken waarmee de hele Euregio te maken heeft of krijgt.”
Nog één?
“Denk aan de vele kantoren die leegstaan. Die kun je misschien gebruiken voor de Einstein Telescope in plaats van een nieuw kantoor te bouwen. En de volgende stap daarbij is dat je wellicht aardwarmte kunt gebruiken om die kantoren of huizen in de omgeving te verwarmen.”
Dat lijkt best lastig?
“Wat het moeilijker maakt, is de schaal van dit project, maar niet de mogelijkheden of technieken. Het is te gemakkelijk om te zeggen: ‘Het is lastig, laat het dan maar, dat lukt toch nooit.’ Zo zitten wij niet in de wedstrijd en het projectbureau Einstein Telescope ook niet. Sterker nog: een project van dit innovatief niveau verdient ook oplossingen die ertoe doen. Waar ook de Euregio ook op het gebied van duurzaamheid en circulariteit beter van wordt. De schaalgrootte maakt het misschien ingewikkelder, maar daar loopt niemand voor weg.”
Hoe komen jullie aan alle informatie die hiervoor nodig is?
“Onze opdracht valt binnen het werkpakket van duurzaamheidsmanager Johan Rutten van het projectbureau. We halen onze data bijvoorbeeld bij de onderzoekers naar de hydrologie of bij de mensen die zich buigen over de tunnelbouw van de Einstein Telescope.”
Wanneer hebben jullie de uitkomst van het onderzoek gereed?
“We leveren enkele tussenrapportages en willen rond de zomer 2026 een versie gereed hebben voor het bidbook van het projectbureau. Een paar maanden later leveren we de definitieve versie, die daar natuurlijk niet van afwijkt.”
En gaat dat dan ook allemaal werkelijkheid worden?
“Onze opdracht is een bijdrage te leveren aan de haalbaarheidsstudie. Die concentreert zich logischerwijs op wat er nodig is om de Einstein Telescope in de Euregio Maas-Rijn te kunnen bouwen. Ik ben blij dat het projectbureau de ambitie heeft om mét die telescoop ook een sociaal-maatschappelijke impuls te lanceren in de Euregio. Iets waar gemeenten en inwoners iets aan hebben. Die mogelijkheden zijn er, daarvan ben ik overtuigd. We snappen ook wel dat het voor een volgende stap nodig zal zijn dat ook politiek en bestuur dan achter een concrete uitwerking en uitvoering van deze ideeën gaan staan.”
Bent u optimistisch?
“Ja, absoluut. Dit kan het vliegwiel van verduurzaming van de gebouwde omgeving worden. Het moet ook wel: we kunnen moeilijk van de maatschappij verwachten dat inwoners meegaan in de circulaire transitie terwijl wij tegelijkertijd een wetenschappelijk instrument van het hoogste innovatief niveau bouwen en dat niet zouden doen. Dat valt niet uit te leggen.”



