Nieuwe sensor onder Banholt meet seismische ruis
Dempt de ondergrond van de Euregio Maas-Rijn genoeg ruis van menselijke activiteit aan het oppervlak, zodat de Einstein Telescope zwaartekrachtsgolven kan meten? Een nieuwe sensor in de boorput bij het Nederlandse Banholt is de eerste van een nieuw netwerk dat daar antwoord op moet geven.
Op donderdag 21 september ging bij het Nederlandse dorp Banholt een seismische sensor de grond in, die op 200 meter onder de grond microbewegingen van de bodem gaat registreren. De boorput was er al; de sensor is nieuw. In een boorput bij het dorp Terziet was al zo’n sensor geplaatst. De sensor bij Banholt is de eerste van een nieuw netwerk van zo’n tien sensoren die onder het grensgebied komen.
Demping
“De sensor bij Banholt staat op dezelfde diepte waar de Einstein Telescope zou kunnen komen”, vertelt geofysicus Wim Walk. Als leider van het onderzoeksprogramma Ondergrond binnen het Einstein Telescope-project in de Euregio Maas-Rijn is hij op zoek naar het beste tracé voor de ondergrondse kamers en tunnels van de Einstein Telescope.
Walks opdracht is om uit te zoeken waar de stevige lagen gesteente lopen om het observatorium in te bouwen, maar ook waar de minste trillingen doordringen van menselijke oorsprong aan het aardoppervlak. De zachte bovenlaag van de bodem in het gebied zal een deel van die trillingen dempen, weten geologen. De vraag is hoeveel, en of die demping overal hetzelfde is.
Netwerk
Walk: “De sensor die we vandaag hebben geplaatst kan trillingen meten die een mens al lang niet meer voelt. Met een netwerk van deze sensoren gaan we de komende anderhalf jaar meten hoeveel je op de Einstein Telescope-diepte nog merkt van alle menselijke activiteit aan het aardoppervlak.
“Windmolens, snelwegen, een treinspoor: ze veroorzaken allemaal trillingen die de Einstein Telescope misschien nog zou kunnen voelen. Het meetnetwerk dat we gaan bouwen moet laten zien hoeveel ruis er ondergronds daadwerkelijk nog te horen is, en of dat overal hetzelfde is. We willen ook weten welke bronnen we horen; door te kijken of we extra ruis horen als er treinen langskomen of als het stevig waait en de windmolens harder draaien. Zo vinden we het beste plekje voor de Einstein Telescope.”