Meteen naar de content

Prof. Karsten Danzmann: ‘Berlijn moet meedoen in deze onderzoeksfase’

Prof. Karsten Danzmann is directeur van het Max Planck Instituut voor Gravitatiefysica, ook wel het Albert Einstein Instituut in Hannover en Potsdam. Hij is een internationale autoriteit op het gebied van onderzoek naar zwaartekrachtsgolven. Hij sprak onlangs in Potsdam met onder andere minister Robbert Dijkgraaf en met Hans Plets en Stan Bentvelsen van het projectbureau Einstein Telescope EMR over de ontwikkelingen. Zijn boodschap samengevat in twee vragen.

Hoe kijkt u naar het Einstein Telescope-initiatief in de grensregio tussen Duitsland, België en Nederland?

Karsten Danzmann: “Deze Euregio rond Maastricht, Aken en Luik is de ideale plek voor een detector van zwaartekrachtgolven van de nieuwste, derde generatie. Dat heeft te maken met de kennis die decennialang is opgebouwd in Nederland en Duitsland. Toponderzoekers op dit gebied werken in Amsterdam en Maastricht. Ons instituut in Hannover, het AEI, heeft een grote rol gespeeld in de ontwikkeling van bestaande detectoren zoals LIGO in de Verenigde Staten en Virgo in Italië. België doet het nu ook goed. En om de hoek in Aken is er de RWTH en de expertise van de Fraunhofer Instituten IPT en ILT. Maar technische en wetenschappelijke kennis is niet het enige. Belangrijk is ook dat de Nederlandse overheid al concreet geld heeft toegezegd. Bijna 1 miljard euro, al ongeveer de helft van de geschatte kosten. Dit laat zien dat er vertrouwen is in het project. We moeten de Einstein Telescope verder brengen met de medewerking en financiële inzet van deze drie landen: dat maakt het een sterk verhaal, daar ben ik van overtuigd.”

De deelstaatregering van Noordrijn-Westfalen is enthousiast over de Einstein Telescope. Nu wordt ook naar federaal Duitsland (‘Berlijn’) gekeken. Wat verwacht u?

Karsten Danzmann: “Ik heb tijdens de bijeenkomst in Potsdam gezegd dat je in stappen moet denken. Niemand in de federale regering of in de politiek hoeft bang te zijn dat we nu al om miljarden vragen. Maar het zou wel een goede eerste stap zijn als Berlijn betrokken zou raken bij de huidige planningsfase. Duitsland zou dan laten zien dat het ontwikkeling belangrijk vindt. En dat doe je als buurland, samen met België en Nederland. Het verduidelijkt ook de huidige inschatting van haalbaarheid en kosten. Ik denk dat Duitsland best 50 miljoen euro kan bijdragen aan deze haalbaarheidsstudie. Een sterke voorbereidingsfase nú kan voorkomen dat je later met extra en hogere kosten te maken krijgt. Bovendien ben je dan als groot land echt betrokken en kun je later een weloverwogen beslissing nemen als het gaat om grotere bedragen als het over de daadwerkelijke bouw van de Einstein Telescope gaat.”

Deel dit artikel