Het projectbureau stáát, de kwartiermaker kan met gerust hart afzwaaien
Guido Derks zwaait na anderhalf jaar af als kwartiermaker van het projectbureau Einstein Telescope – Euregio Maas-Rijn. De opdracht zit erop, de organisatie staat. Derks wacht per 1 januari 2024 een nieuwe uitdaging als algemeen directeur van de provincie Noord-Brabant. Maar eerst nog even terugkijken.
Guido Derks: “Het is heel snel gegaan. Twee jaar geleden waren we intensief in gesprek met het Nederlandse Nationaal Groeifonds. En met succes. Het werd al snel duidelijk dat er naast een gigantische wetenschappelijke uitdaging ook een hele grote civieltechnische en grensoverschrijdende regionale samenwerkingsopgave lag. Wetenschappers waren genoeg aan boord. Nu was het zaak een projectbureau op te zetten dat zich zou gaan bezighouden met ‘de haalbaarheid’ en ‘de samenwerking tussen publieke partijen’. Daar ben ik gretig op ingestapt omdat ik denk dat er een unieke kans voor deze euregio ligt.”
Wat hield jouw rol als kwartiermaker in?
“‘Kwartiermaken’… in het Engels is er niet eens een goed woord voor geloof ik. Anderhalf jaar geleden begonnen we letterlijk in een leeg gebouw. Er was nog geen stoel om op te zitten. En kijk waar we nu staan. We hebben grote R&D-faciliteiten in Luik en Maastricht. Met de toezeggingen van het Nationaal Groeifonds is een grote stap gezet naar financiering van het ‘grande project’. Bovendien is er een internationale governance neergezet. Dat ziet via structureel overleg van ministers en andere bestuurders toe op het projectbureau van de drie landen. Het commitment in België en Duitsland groeit, zowel van bestuur, samenleving, bedrijfsleven als wetenschap. Onlangs schaarde de directeur van het gerenommeerde Duitse Albert Einstein Instituut zich volledig achter onze propositie. Deze uitspraken zijn van groot belang. De verschillende haalbaarheidsonderzoeken die gedaan moeten worden lopen. De omgeving- en projectcommunicatie staat op poten. De fase van het kwartiermaken kunnen we afsluiten. Er dient zich een nieuwe fase aan waar weer opnieuw gekeken moet worden naar wat er nu nodig is en welke mensen daar bij horen. Voor mij is het nu tijd om weer verder te gaan.”

“Dit is het enige project waar we met zo veel instituten en overheden grensoverschrijdend concreet samenwerken aan één duidelijk doel”
Guido Derks
Hoe was het om aan zo’n grensoverschrijdend project te werken?
“Martin Paul (de vorige bestuursvoorzitter van de Universiteit Maastricht, red.) gaf het destijds heel mooi aan. Hij zei dat we het in deze regio heel veel over samenwerking hebben, maar dat de Einstein Telescope het enige project is waar we met zo veel instituten en overheden grensoverschrijdend concreet samenwerken aan één duidelijk doel werken. In die zin is de ET-samenwerking ook een gouvermentele ontdekkingstocht en opgave van jewelste. Het brengt de Belgen, Nederlanders en Duitsers zeer intensief samen aan tafel. Die contacten en die samenwerking zijn ook buiten de Einstein Telescope waardevol. We weten elkaar gemakkelijker te vinden.”

Wat ga je het meest missen?
“Voor mij was dit een uitstapje in een wondere wereld. De wereld van het heelal, zwarte gaten en zwaartekrachtsgolven. Magisch eigenlijk. Ik heb in korte tijd zoveel interessante en gepassioneerde mensen ontmoet. De wetenschappelijke drive, de nieuwsgierigheid, het willen doen van ontdekkingen, is een heel oorspronkelijke. Fijn dat ik als beleidsmaker ‘van buiten deze wereld’ hier intensief onderdeel van kon zijn. Het belang van wetenschap is niet te onderschatten.”
En omgekeerd: wat kan de wetenschapper van de beleidsmaker leren?
“Soms wat sneller een besluit nemen. Ook als er nog onzekerheden zijn. Beschouwen en analyseren is waardevol en noodzakelijk, maar je moet soms een knoop doorhakken omdat andere disciplines ook aan de slag moeten.”

Wie gaat jou opvolgen?
“Binnen het projectbureau zijn de taken voorlopig onderling verdeeld. Dit geeft ruimte aan de partners om te kijken wat er in de volgende fase precies nodig is op ons internationale toneel. Stan Bentvelsen heeft de wetenschappelijke leiding en hij is het eerste aanspreekpunt.”
Gaat het EMR-bid het halen?
“Iedereen gaat ervoor. De komende jaren staan echt nog in het teken van onderzoeken. En niet alleen de bodem. Ook vragen als hoe we de logistiek aanpakken, wat de impact op de omgeving is, hoe duurzaam we kunnen opereren et cetera. De drive om een sterk bidbook neer te leggen, is er absoluut. Wat we er zélf aan kunnen doen, doen we ook. Ik denk dat we, juist vanuit die samenwerking van drie landen, het verschil kunnen maken.”
Toch die vraag… en wat als het niet lukt?
“Eerlijk gezegd wil ik daar niet eens bij stilstaan, want dan ben je met de concurrentie bezig terwijl we bewust de focus op ons eigen werk willen hebben. Laat ik er één ding over zeggen: er is in onze euregio al zoveel in beweging gekomen als het gaat om samenwerking tussen innovatieve bedrijven, kennisinstituten en overheden, daar zit veel blijvende waarde in. Het beste voorbeeld is de ET Pathfinder. Dat is de proefopstelling bij de Universiteit Maastricht. Hier worden technieken getest voor de Einstein Telescope, ook al zou die niet hier worden gebouwd. Dat is een blijvende R&D-faciliteit. Die ET Pathfinder heeft de Maastrichtse universiteit als beta-universiteit een boost gegeven. Dat zijn zaken die er blijvend toe doen.”