Boorcampagne verkent bodem voor de Einstein Telescope
Met boringen op 12 locaties in het Belgische en Nederlandse zoekgebied voor de Einstein Telescope en een aantal zogenoemde geofysisch-seismische onderzoeken wil het projectbureau Einstein Telescope – EMR dit jaar een beter geologisch beeld van de bodem krijgen.
Vóórdat de 3 hoekpunten voor de ondergrondse telescoop worden bepaald, kunnen mede op basis van de informatie uit boringen over de samenstelling van de bodem hiervoor mogelijk geschikte plekken in kaart worden gebracht. Alle boorlocaties liggen in het buitengebied van de betreffende gemeenten. Het gaat om 4 boringen in het Vlaamse Voeren, 2 in de Waalse gemeenten Plombière, 2 in het Nederlands-Limburgse Vijlen en verder boringen in het Waalse Welkenraedt, Aubel en in het Nederlands-Limburgse Epen.
Aan de aanvankelijk 11 boorlocaties is in juni nog een twaalfde toegevoegd in Herbesthal in de gemeente Lontzen. Dit is de enige locatie in het Duitstalige deel van België.
De eerste boring start begin maart in Hombourg (Plombières). Kort daarna volgen gelijktijdig boringen op de andere locaties. De bedoeling is dat de laatste boring in oktober wordt afgerond.
Vakkennis
Uit de Europese aanbesteding voor deze boringen is het Zwitserse bedrijf Stump-BTE AG als beste uit de tender gekomen. Stump, onderdeel van de Marti-Gruppe, is een bedrijf met veel expertise op het gebied van speciale civiele techniek en complexe ondergrondse boringen. Exclusief enkele dagen voor het inrichten en afbreken van de boorlocatie duurt elke boring effectief ongeveer 6 tot 7 weken. Hierbij worden bodemmonsters tot op een diepte van gemiddeld 275 meter uit de bodem gehaald. Deze zogenoemde boorkernen hebben diameter van ongeveer 10 centimeter. Uit de analyse van die kernen moet vervolgens de samenstelling en de kwaliteit van de rotslagen blijken. Bij die analyse wordt gebruik gemaakt van de deskundigheid van de RWTH Aken.
Milieuvriendelijke aggregaten
Tijdens de boorcampagne worden 4 boormachines tegelijkertijd ingezet: 2 elektrische boorstellingen en 2 boorstellingen op diesel. Die laatste 2 staan opgebouwd op een vrachtauto.
Op de meeste boorlocaties wordt met zowel een elektrische booropstelling als met een dieselbooropstelling geboord. Op 3 locaties alleen met een dieselopstelling en op de beide overige locaties met alleen de elektrische boor. Elektrisch boren is het meest geschikt voor een locatie waar relatief snel onder de oppervlakte een harde ondergrond wordt aangetroffen. De elektrisch boor wordt aangedreven door een zeer modern type aggregaat dat sinds vorig jaar beschikbaar is en dat qua emissie veel minder uitstoot dan de reguliere aggregaten.
De booropstelling op diesel is opgebouwd op een vrachtauto. Om tegelijkertijd op meer plekken te kunnen boren, zijn straks 2 van deze boorstellingen beschikbaar, die gemakkelijk te verplaatsen zijn in het zoekgebied. In alle gevallen wordt de vrijkomende stikstof bij deze boorstelling ‘afgevangen’ en grotendeels geneutraliseerd. Hiervoor heeft het projectbureau een gespecialiseerd bedrijf ingehuurd dat over zogenoemde NoNOx-apparatuur beschikt die aan deze boorstelling wordt gekoppeld. In feite wordt bij de boring vrijkomende schadelijke stikstof omgezet in voor de natuur niet-schadelijke stikstof en waterdamp.
Hoewel dit afvangen (het zogenoemde ‘mitigeren’) alleen in het Vijlenerbos nodig is om te voorkomen dat stikstof direct op de natuur zou neerslaan en vanwege de Natura 2000-status van het gebied, kiest het projectbureau ervoor bij alle boringen met de dieselopstelling de vrijkomende stikstof te neutraliseren. Projectleider Guid Bartholomée: “Dat zijn we, op het Vijlenerbos na, weliswaar niet genoodzaakt te doen, maar we kiezen ervoor ook hier stikstof af te vangen. Dat kost een heleboel geld, maar onze visie is dat we zo optimaal voor het landschap, natuur en milieu willen zorgen. En als je een grensoverschrijdend project bent, moet dat uitgangspunt voor alle landen gelden.”
Toestemming
Met de particuliere grondeigenaren, grondgebruikers, betrokken gemeenten en overige overheden is overleg geweest over de benodigde toestemming en ontheffingen. Zo is voor de boorlocatie in het Dal van Vijlen een ontheffing vanwege het stiltegebied nodig. Voor de 3 locaties in Nederlands Limburg is een vergunning aangevraagd omdat dieper wordt geboord dan op dit moment volgens de omgevingsverordening mogelijk is. Hieraan wordt aandacht besteed tijdens de informatiebijeenkomsten voor omwonenden eind februari.
Met bijvoorbeeld Staatsbosbeheer en het Waterschap Limburg zijn en worden afspraken gemaakt over het gebruik van de locaties waarvan zij eigenaar zijn. Ook met de particuliere eigenaren van een boorlocatie zijn afspraken gemaakt over de duur, de wijze en de tegemoetkoming voor de boringen. Verder heeft overleg plaatsgevonden en is informatie uitgewisseld met organisaties als Natuurmonumenten, Limburgse Milieufederatie, lokale IVN-afdelingen en Natuurpunt Vlaanderen.
Voorafgaand aan de keuze van de boorlocaties zijn ecologische scans en analyses van de locaties en de omgeving gemaakt. Onderdelen van de voorbereidingen zijn ook onder andere een omgevingsscan, bodemonderzoek, een geluidsscan en een natuurtoets.
Planning
Projectleider Guid Bartholomée geeft aan dat met een strakke planning wordt gewerkt: “Die is ambitieus en gebaseerd op ons uitgangspunt dat boringen niet langer mogen duren dan nodig is. Niet alleen om grip op de kosten te houden, maar ook om de belasting voor de omgeving zo kort mogelijk te houden. Het boorbedrijf werkt daarom ook op zaterdag. Dat laat onverlet dat het soms iets sneller kan gaan, maar ook dat we als we eenmaal bezig zijn de planning op een plek moeten bijstellen omdat er vertraging optreedt. Dat kun je vooraf niet 100 procent dichtplannen.”
Geofysisch-seismische metingen
Aanvullend op de boringen staan ook seismische oftewel ERT-metingen gepland. Waar boringen met boorgatmetingen een nauwkeurig beeld van de bodem op de boorplaats geven, vullen de geofysische ERT-metingen dat aan in het gebied tussen de boorplaatsen. De gegevens uit de elf boringen vormen de ijkpunten voor de geofysische metingen.
De letters ERT staan voor ‘Electric Resistivity Tomography’. Dat is een elektrische weerstandsmeting waarmee de structuur van de bodem verder in kaart wordt gebracht. Over de hele lengte een tracé wordt handmatig een kabel gelegd. Vervolgens koppelen de onderzoekers om de 50 meter een elektrode aan deze kabel. Deze elektrodes zijn qua grootte en vorm te vergelijken met een tentharing. De onderzoekers wekken gedurende korte tijd een zwak elektrisch veld op in de bodem. Met een veldcomputer wordt de elektrische weerstand in de bodem gemeten. Dit geeft een aanvullend beeld van de structuur van de bodem.
Een aanvullende methodiek voor seismisch onderzoek is de mobiele meting met een voertuig. Op basis van testen kiest het projectbureau kiest ervoor dit met een elektrisch voertuig te doen, dat uiteindelijk betere en meer betrouwbare resultaten oplevert. Bijkomende voordelen zijn dat het elektrisch voertuig stil is en geen uitlaatgassen uitstoot. Beide manieren van geofysisch-seismisch onderzoek zijn geluidloos en worden overdag tijdens normale werkuren uitgevoerd.
Communicatie en kijkmomenten
In de laatste twee weken van februari worden in Plombières, Aubel, Gemmenich, Voeren, Vaals en Epen in totaal 7 informatiebijeenkomsten voor inwoners gepland, waar ook de boorcampagne verder wordt toegelicht. Verder is het de bedoeling voor elke boorlocatie ‘kijkmomenten’ te organiseren waar geïnteresseerden ter plekke tekst en uitleg over het werk krijgen.
Zodra er informatie over data/locaties beschikbaar is, worden die in huis-aan-huisbladen gepubliceerd die in de betreffende gemeenten verschijnen en verder via de gemeentelijke communicatiekanalen.