‘Dit project hoort een trendsetter te zijn’
Hoewel de Einstein Telescope ondergronds komt, heeft de constructie ook effect op veel factoren boven de grond. Dit is het domein van Johan Rutten, Omgevings- en Duurzaamheidsmanager bij het Projectbureau Einstein Telescope – EMR. Lees hier zijn column.
Toen ik in september 2024 werd geselecteerd voor de functie van Omgevings- en Duurzaamheidsmanager voor het Einstein Telescope-project, sloot voor mij de cirkel van een levenslange fascinatie voor wetenschap en techniek.
De verwondering van ons functioneren infecteerde mij al in de wieg. Op mijn tiende kreeg ik een chemiedoos, waarmee ik eenvoudige experimentjes mocht doen, totdat deze eindigden na een vieze paarsbruine vlek tegen het plafond. Later kreeg ik voor mijn verjaardag een abonnement op ‘Natuur & Techniek’ (de voorloper van de Nederlandstalige ‘New Scientist’), en verslond ik de artikelen die mij een beter inzicht gaven in het functioneren van onze omgeving: van het heelal en ons zonnestelsel tot de werking van wasmiddelen, DNA-structuren en het ontdekken van de elementaire deeltjes.
Het stond in de sterren geschreven dat ik een wetenschappelijke richting zou studeren. Dat werd uiteindelijk Biologie, niet het fundamenteel-wetenschappelijke, maar wel de fascinatie voor de interactie met vele wetenschapsdomeinen en technologische evoluties. Als bij geluk kwam ik in 1987 in de milieusector terecht, nu niet meer weg te denken uit ons dagelijks handelen. Kijk maar naar de noodzaak tot circulariteit van materialen, de stikstof- of de klimaatmaatregelen. Mijn pad liep over milieuonderzoek, effectenevaluatie en impactbeoordeling, beleidsondersteuning en het bijstaan van bedrijven bij hun worsteling om te kunnen voldoen aan de alsmaar strenger wordende wetgeving en vergunningverlening. Met integriteit en het doel om ‘de wereld te verbeteren’ als moreel kompas. Problemen holistisch oplossen, en vermijden als het kan. Soms met vallen, soms met de neus tegen de muur, maar gelukkig met de realisatie van succesvolle projecten.
Al deze inzichten komen nu samen in het haalbaarheidsonderzoek voor de Einstein Telescope voor de Euregio Maas-Rijn. Ik volgde dit project al enkele jaren en ik was vooral geïnteresseerd in de bovengrondse effecten van dergelijke constructie. Boren en graven moet toch een hele logistiek van verplaatsing van materialen met zich meebrengen? En hoe zit het met de effecten van het diep oppompen van grote hoeveelheden water? Is het kwalitatief betrouwbaar om dit in waterlopen te pompen of te laten infiltreren naar het ondiepe grondwater? Hoe zit het met verdroging of vernatting in een neerslaggevoelig gebied? Slagen we erin om de omgeving landschappelijk, agrarisch en ecologisch te vrijwaren?
Tientallen vragen waarop ik nu zelf antwoord mag gaan vinden. Dit een klus noemen, is daarom een understatement. De onderzoeksvragen beantwoorden is niet het enige doel: ik wil in mijn benadering zeker ook kijken naar de meerwaarden, ja: meervoud. Meerwaarden die de Einstein Telescope hopelijk kan opleveren voor landschap, natuur, landbouw, duurzaamheid en bedrijfsleven, en dat met een minimale hinder en verstoring.
Daarnaast willen – en moeten – we alle ingrepen en onderdelen van het project toetsen aan internationaal erkende, strenge duurzaamheidsstandaarden, waaraan we ook de ontmanteling in de eindfase nu al toetsen. Het project hoort een trendsetter te zijn voor de wijze waarop we met onze omgeving horen om te gaan. Dit zijn we verplicht aan de mensen in de streek van de huidige én toekomstige generaties.
—Johan Rutten