Zes Nederlandse consortia voor ontwikkeling sleuteltechnologieën
Zes consortia van in totaal 26 Nederlandse hightechbedrijven en kennisinstellingen gaan cruciale technologie ontwikkelen voor de Einstein Telescope of zijn hiermee al gestart. De consortia gaan zich richten op uitdagingen in optica, vacuümtechnologie, trillingsvrij koelen, trillingsdemping en thermische deformaties. Hiervoor ontvangen zij ruim 12 miljoen euro aan subsidie. Tezamen levert dit grensverleggende technologie op voor het toekomstige observatorium, maar ook economische kansen door hightech innovatie aan te jagen.
De consortia krijgen financiële ondersteuning uit de Nederlandse R&D-regeling voor de Einstein Telescope. Die regeling is onderdeel van het Einstein Telescope valorisatieprogramma voor hightech bedrijven, een programma van het Nationaal Groeifonds. De regeling wordt uitgevoerd door de regionale ontwikkelingsmaatschappijen (ROM’s) onder leiding van LIOF. De zes consortia ontvangen hiervoor gezamenlijk een subsidie van ruim 12 miljoen euro. Gecombineerd met bedrijfsinleg is de totale projectwaarde 14 miljoen euro.
“De investeringen versterken de kandidatuur voor de komst van de Einstein Telescope en vergroten het toekomstige verdienvermogen van Nederland”, stelt Jorg van der Meij, programmamanager valorisatie Einstein Telescope van de Limburgse regionale ontwikkelingsmaatschappij LIOF.

“Wetenschap en industrie hebben elkaars kennis en expertise nodig om de baanbrekende technologie, nodig voor de Einstein Telescope, te ontwerpen en te bouwen. Innovaties die bovendien te vermarkten zijn in andere toepassingen. Dat maakt de Einstein Telescope een prachtige kans voor de samenleving als motor voor innovatie en welvaart. Bedrijven zijn dan ook vol enthousiasme om mee te denken en doen aan dit uitdagende project.”
Na de drie consortia die al eerder van start zijn gegaan, gaat het bij de drie nieuwe samenwerkingsverbanden om:
Consortium Optica
Het hart van de Einstein Telescope is een serie gevoelige spiegels van silicium, 45 cm in doorsnede en zo’n 200 kg zwaar. Deze spiegels moeten extreem glad zijn, 99,999% van het laserlicht weerkaatsen en werken bij cryogene temperaturen tussen 10 en 20 °C boven het absolute nulpunt. Voorganger LIGO gebruikte kleinere en lichtere spiegels van gesmolten siliciumdioxide bij kamertemperatuur.
De technieken zijn Nederlandse specialismes en hebben toepassingen in de sterrenkunde en de halfgeleiderindustrie. Het consortium bestaat uit Cosine innovations, SRON, VSL, Universiteit Maastricht, NOVA en TNO.
Consortium Thermische Deformaties
Om de laserbundels van de Einstein Telescope loepzuiver te krijgen, zijn optische hulpsystemen met honderden spiegels nodig. Die kunnen door kleine temperatuurverschillen iets vervormen. Zulke thermische deformatie vervormt ook de laserbundel en maakt de Einstein Telescope minder nauwkeurig. Het consortium Thermische Deformaties ontwikkelt een systeem dat deze effecten meet en corrigeert. Het consortium bestaat uit TNO, Sioux Technologies, ATG Engineering, Hoursec, NOVA, Nikhef en DEMCON.
Consortium Vacuümtechnologie
De vacuümbuizen van de Einstein Telescope zijn in totaal 120 kilometer lang en zorgen dat lucht en stof de gevoelige metingen niet verstoren. Ook het metaal van de vacuümbuizen zelf kan verontreinigingen in het vacuüm brengen, zoals stofdeeltjes of waterdamp. Het consortium Vacuümtechnologie ontwikkelt en kwalificeert procedures om buiselementen schoon en op grote schaal te produceren. Het werk bouwt voort op R&D door het Europese deeltjeslab CERN. Het consortium bestaat uit: TNO, VDL ETG Technology & Development, VDL KTI, Settels Savenije Group of Companies, SBE en Nikhef.
Meer informatie: einsteintelescopeforbusiness.nl
Lees het uitgebreide persbericht (Nederlands en Engels) op de website Einstein Telescope for business.
