Eerste resultaten onderzoek naar effect windturbines dit jaar
Vanuit het projectbureau Einstein Telescope EMR lopen al enige tijd onderzoeken naar de effecten van windturbines op de ondergrondse telescoop. Dat gebeurt in samenwerking met de partners RWTH Aken en Universiteit Luik en Nikhef. Doel van die onderzoeken is in beeld te krijgen of er maatregelen mogelijk zijn die de impact van de ruis die windturbines veroorzaken beperken of verzachten (mitigeren).
De ruis van windturbines verstoort de metingen van de Einstein Telescope. Om die reden hebben de verantwoordelijke overheden in België, Nederland en Duitsland in de afgelopen jaren stappen gezet om voorlopig geen nieuwe windturbines toe te staan in het zoek- en het beschermingsgebied voor de Einstein Telescope in de Euregio Maas-Rijn. (zie kader). Die zijn in elk geval van kracht totdat duidelijk is of de telescoop in de regio kan worden gebouwd.
Onderzoek
Nikhef, de wetenschappelijk partner in het projectbureau Einstein Telescope EMR, heeft aangegeven te onderzoeken of het mogelijk is de nadelige ruiseffecten te verminderen met zogenoemde mitigerende maatregelen. Dat onderzoek, in samenwerking met de RWTH Aken en Universiteit Luik, beslaat een aantal deelonderzoeken. Op hoofdlijnen gaat het dan om:
- Het meten van seismisch en akoestisch geluid (ruis) van windturbines in het zoekgebied en op afgelegen locaties. (Universiteit Luik).
- Een modelontwerp van hoe deze ruis zich gedraagt binnen de geologie van het zoekgebied, meer in het bijzonder rond de (nog onbekende) hoekpunten. (Universiteit Luik).
- Onderzoek naar alternatieve manieren voor de bouw en het verankeren van windturbines. Doel ervan is manieren te vinden die de impact van de ruis verzachten. Zo heeft RWTH Aken onlangs een seismische meting van een windturbine op een houten ligger afgerond. Die gegevens worden momenteel geanalyseerd.
De uitkomsten en de onderlinge samenhang tussen die onderzoeken moeten de vraag beantwoorden of er opties zijn om de impact van ruis op de werking van de Einstein Telescope te beperken. Op basis daarvan volgen adviezen die overheden kunnen gebruiken voor vergunningsregels voor windturbines in relatie tot de afstand tot de Einstein Telescope.
De resultaten van de meeste werkpakketten staan gepland voor in de loop van 2025. De definitieve bevindingen waarin de uitkomsten van alle deelonderzoeken geïntegreerd zijn verwerkt, worden een jaar later verwacht.

Achtergrond
In 2022 heeft de toenmalige Nederlandse minister Robbert Dijkgraaf (OCW) zijn ambtgenoten in Vlaanderen, Wallonië en Noordrijn-Westfalen gevraagd de bouw van nieuwe windturbines tegen te houden in afwachting van de locatiekeuze voor de Einstein Telescope. Dat gebeurde op verzoek van Nikhef, wetenschappelijk partner in het projectbureau Einstein Telescope. Windturbines veroorzaken ruis en die ruis verstoort de werking van de Einstein Telescope. De frequenties van windturbines liggen in dezelfde bandbreedte van de laagfrequentie detector van de Einstein Telescope. Om die reden heeft in Nederland de Provincie Limburg eind 2022 besloten tot een stand still-situatie voor de bouw van nieuwe windturbines in het Limburgse zoek- en beschermingsgebied. In de loop van 2023 hebben de verantwoordelijke ministers in Vlaanderen en Wallonië via omzendbrieven vergelijkbare stappen gezet. Daarnaast heeft de Belgische Raad van State (Conseil d’Etat) verstrekte vergunningen voor enkele windturbines in Wallonië on hold gezet omdat die botsen met het belang van de Einstein Telescope. Vanuit Noordrijn-Westfalen heeft staatssecretaris Gonca Türkeli-Dehnert hierover namens minister Liminski tijdens de ministersconferentie in september 2023 in Brussel als statement afgegeven: “Minister Nathanael Liminski heeft met de burgemeester van Aken afgesproken dat de uitbreiding van windenergie aldaar de ontwikkeling van de Einstein Telescope niet in gevaar mag brengen. De enorme kansen die de Einstein Telescope biedt, zijn in het gemeenschappelijk belang van de hele regio en dus ook van de stad Aken.”