Waardevolle impact over de grenzen heen tillen
Hoe de economie en maatschappij in België, Duitsland en Nederland voordeel kunnen halen uit de komst van de Einstein Telescope? Een nieuwe expertcommissie voor valorisatie en impact wil bedrijven en kennisinstellingen in de drie landen prikkelen tot langdurige samenwerking.
Zonder het bedrijfsleven geen Einstein Telescope in de Euregio Maas-Rijn, het grensgebied van België, Duitsland en Nederland. Bedrijven uit die drie landen kunnen de ondergrondse cavernes aanleggen, diensten leveren zoals de dataverwerking en energiehuishouding, en de uiterst gevoelige meetapparatuur van het observatorium ontwikkelen. Dat betekent kansen én uitdagingen voor het bedrijfsleven en de maatschappij als geheel, vertelt valorisatiemanager Maxime Corvilain van de regionale ontwikkelingsmaatschappij POM Limburg.
Klaarstomen voor de Einstein Telescope
Het nieuwe expertpanel voor valorisatie en impact wil initiatieven bedenken waarmee bedrijven en kennisinstellingen in de drie landen worden klaargestoomd voor de Einstein Telescope. Regionaal zijn er al succesvolle stimuleringsprogramma’s om bedrijven en universiteiten samen innovatieve technologieën door te ontwikkelen. “Zo bereiden we bedrijven voor op de komst van de Einstein Telescope”, vertelt Corvilain. Het geeft een beter zicht op mogelijke andere toepassingen, en helpt bedrijven ervaring opdoen zodat ze in de toekomst competitiever zullen zijn voor aanbestedingen tijdens de bouw- en operationele fase.
Wat de Vlaamse valorisatiemanager betreft, is het tijd om die regionale initiatieven over de grens te trekken. Een hecht cross-border netwerk met excellente expertise is volgens de valorisatiecommissie niet alleen nuttig voor de Einstein Telescope, maar kan ook helpen om het economische karakter van de hele regio omhoog te tillen.
Corvilain: “We zitten in het midden van een van de meest vooraanstaande hightech regio’s van Europa, met een hecht ecosysteem van grote en kleine bedrijven, topuniversiteiten en uitstekend praktijkonderwijs. Dat is een uniek voordeel dat we moeten verzilveren en zo de socio-economische return van het project te maximaliseren.”
Grensoverstijgend
Vanuit de Universiteit van Luik neemt Annick Pierrard deel aan het expertpanel. Volgens haar is er nog veel innovatie nodig voordat de technologie aan de hoge eisen van de Einstein Telescope voldoet. Het toekomstige observatorium voor zwaartekrachtsgolven moet namelijk tien keer gevoeliger zijn dan de bestaande installaties. Die technologieslag vraagt samenwerking over de grenzen heen, denkt de Waalse valorisatiemanager.
“In Wallonië, Vlaanderen, Nederland en Noordrijn-Westfalen lopen al stimuleringsprogramma’s,” vertelt Pierrard, “vaak gebaseerd op regionaal geld, waardoor het lastiger is om een expert van buiten de regio aan te haken. Terwijl je soms wéét: deze ene partner uit Vlaanderen, of Nederland, of Noordrijn-Westfalen zou cruciale know-how toevoegen. We gaan daarom op zoek naar manieren om zulke euregionale samenwerking te stimuleren.”
Maatschappij
Volgens de expertcommissie brengt de Einstein Telescope meer kansen met zich mee dan een aantal gespecialiseerde opdrachten voor bedrijven. Andere grootschalige onderzoekscentra zoals CERN in Genève zijn al decennia aanjagers en aantrekkers voor innovatie in hun directe omgeving, met een veel grotere economische uitstraling dan de eigen opdrachten van de onderzoekers.
Ook de Einstein Telescope moet zo’n katalysator worden voor zijn thuisregio. De innovaties die bedrijven ontwikkelen voor de Einstein Telescope, kunnen bijvoorbeeld andere toepassingen krijgen. Zo komen nauwkeurige meettechnieken voor medicijnontwikkeling op de markt, of controlesystemen voor chipfabricage. Maar er is meer te winnen, denken de twee Belgische valorisatie-experts: een blijvende stimulans voor de maatschappij.
“De techniekbedrijven om de Einstein Telescope heen gaan hooggekwalificeerd personeel vragen. Stel je maar voor dat je nu een praktijkstudent in het techniekonderwijs bent, hier in de regio: de kansen liggen later voor het oprapen. Dankzij die eerste impuls vanuit de Einstein Telescope gaan een hoop jonge mensen de techniek in om zelf nieuwe innovaties op de markt te brengen.”
Blijvende banden
“De technologische uitdagingen van de Einstein Telescope vragen erom dat de beste partijen met elkaar gaan samenwerken om die op te gaan lossen”, stelt Jorg van der Meij van de Nederlands-Limburgse ontwikkelingsmaatschappij LIOF, een van de Nederlandse leden van de valorisatiecommissie. “Daarvoor hebben we inbreng van de kennisinstellingen, kleine en grote bedrijven hard nodig.”
Gaat de Einstein Telescope écht nieuwe samenwerkingen aanjagen? Volgens Maxime Corvilain gebeurt dat nu al. Een eerder innovatieprogramma voor de Einstein Telescope, ET2SMEs, bracht bewust bedrijven uit de drie landen bijeen om kleine prototypes en apparatuur te ontwikkelen voor bijvoorbeeld lekdetectie of metingen van stofdeeltjes. Uit zichzelf hadden die bedrijven elkaar nog niet gevonden, maar na hun opdracht voor de Einstein Telescope bleven ze samenwerken om andere, nieuwe producten te bedenken, ontdekte Corvilain tijdens een navraag.
“Toegegeven, je moet even een hobbel over bij internationale samenwerking; over de grens zijn de taal en cultuur iets anders, heb je andere specialismen, andere manieren van samenwerken. Dat is allemaal waardevol om van te leren en dat willen uitstralen met onze Maas-Rijn regio. Niet alleen om de best mogelijke Einstein Telescope te bouwen; we worden uiteindelijk allemaal beter van meer samenwerking.”